Aconcagua historie
De Inca's noemden hem Ancocahuac, een samenvoegsel van de woorden Anco (wit)
en Cahuac (Pad).Er is geen bewijs dat de Inca's ook daadwerkelijk tot aan de
top van de Aconcagua zijn geklommen, maar er zijn wel degelijk sporen dat de
oude Inca's in hun tijd zeer hoog op de bergflanken zijn geweest.
Sporen van Inca-beklimmingen zijn overal in de Andes te vinden, tot aan de
6721 meter hoge top van de Llullaillaco toe. Op de Aconcagua werd in 1947 het
skelet van een lama (het dier) gevonden, die waarschijnlijk als lastdier
diende.In 1985 werd op 5200 meter hoogte het lijk van een Inca gevonden,
gemummificeerd door de droge koude lucht. Er bestaan vermoedens dat er nog veel meer van zulke vondsten op de Aconcague gedaan zullen worden in de toekomst.De eerste serieuze Europese beklimmingspoging werd in 1883 ondernomen door
de Duitser (zul je altijd zien
) Paul Güssfeldt die een hoogte van
ruim 6500 meter bereikte.
In 1897 bereikte de zwitserse gids Matthias Zurbriggen als eerste de top.
Zijn groep had binnen zes weken vijf toppogingen ondernomen. De route die hem
tot de top bracht staat nu bekend als de normale route.In 1948 bereikte een vierkoppige groep Polen de top via de oostelijke zijde;
een route die sindsdien de Polish Glacier-route wordt genoemd.
